De zon brandt op mijn witte kuiten,
mijn maillot,
dat onding dat altijd op mijn knieën hangt,
blijft voorlopig liggen in mijn la.
Onder de kapstok in de hal
stonden vanochtend in plaats van mijn schoenen
mijn spiksplinternieuwe sandalen voor me klaar.
Ik heb mijn favoriete zomerjurkje aan
en mag van mama
‘met zonder jas naar buiten’.