Zelfs na veel kauwen,
lijken de woorden, vooral de oude,
hele taaie,
niet te verteren.
Steeds keren er vleugjes
van hun bittere smaak
weer op mijn tong, tussen mijn tanden,
in mijn hele mond.
Zelfs na veel kauwen,
lijken de woorden, vooral de oude,
hele taaie,
niet te verteren.
Steeds keren er vleugjes
van hun bittere smaak
weer op mijn tong, tussen mijn tanden,
in mijn hele mond.
Niet in de aan de ene,
in de modder,
maar aan de andere kant,
zet ik resoluut
mijn voeten neer.
Mijn besluit staat vast,
hier sta ik het beste
en daarmee maak ik een einde
aan dat vermoeiende geschommel
heen en weer.
Met haar spieren strak gespannen stampte ze op de pedalen. Haar hele wezen werd beheerst door haar vijand, die haar tot in haar dromen achtervolgde. Met een paar tips op zak was ze nu op weg hem te verslaan. Werktuiglijk stalde ze haar fiets. In een soort trance ging ze de school binnen, naar de aula, ging daar op haar plaats zitten. Tijdens het eerste van de drie uur zwoegde, zweette ze zich door de opgaven. Toen realiseerde ze zich dat dit sowieso haar allerlaatste examen economie was. Bevrijd maakte ze haar opgaven af en leverde de opgaven in.
Zo vaak hebben ze hier samen gezeten,
maar haar plek is nu leeg,
het leer is daar het meest versleten,
maar ook waar hij altijd zit
zitten scheuren,
zitten gaten,
komt de vulling al naar buiten
en het is de vraag
wanneer de vering het zal begeven.
Het is alweer lang geleden
dat ik door het grasland
ben gelopen.
Nu ben ik het spoor bijster,
door vele voeten platgetreden,
uit het oog verloren,
maar als ik hier weer vaak kom,
zal er als vanzelf
een nieuw ontstaan
Na een klik
en een beetje vingerdruk
kijkt hij in een paar blauwe kinderogen,
zie ik de serieuze trekken
op zijn gezicht vervagen,
zijn ogen worden zacht
en om zijn mond verschijnt een lach
van intens geluk.
Overal sluiten ze me buiten
als ik niet beschik
over de juiste taal,
een taal met woorden
die ik normaliter niet gebruik en niet versta,
woorden alleen ik mag weten
en moet fluisteren
voordat ik ergens binnenga
en als ik een woord ben vergeten
moet ik in een rij
op een nieuwe wachten,
die me dan alsnog binnenlaat.
Waar zijn toch die deuren gebleven
met een zoemer of een bel,
waar ik maar op hoef te drukken,
waarna gewone mensen ze openen
en alle vragen beantwoorden,
die ik ze stel?
Het zal me niet meer overkomen: hijgend, zwoegend de steile heuvel op ploeteren terwijl de afstand tussen hem en mij groter en zijn gestalte alsmaar kleiner wordt. Ook zal ik nooit meer door hem, lurkend aan een kopje thee, samen met een vogelaar op de top worden ontvangen; mijn kop thee stond die keer al in het campertje van de man te wachten. De vogelaar zal zich ook maar een keer (“There is another one.” ‘”That is my wife”)verbazen dat mensen hier überhaupt fietsen, want, wat een genot, met de tandem komen we altijd samen boven.
Hoe doorbreek ik
al dat grijs,
niet door af te wachten
totdat de wolken en nevelen
zijn verdwenen
maar door penselen
en potten verf
de muren om mij heen
een vrolijke kleur te geven.
Het was een mooi model,
zijn stof leek dik,
leek deugdelijk
en de kleur beviel me wel,
maar na de aanschaf van de jas
was ik ietwat teleurgesteld,
een beetje wind blies er dwars doorheen
en ik kon er alleen maar
in kleumen en in beven.