In mijn bovenkamer is het muf,
oude lucht blijft er maar hangen,
kan er helemaal niet weg
en dus open ik het bovenlicht,
laat van buiten
lucht fris binnenstromen,
verjaagt veel vasthoudend ongedierte
en vooral heel veel stof.
In mijn bovenkamer is het muf,
oude lucht blijft er maar hangen,
kan er helemaal niet weg
en dus open ik het bovenlicht,
laat van buiten
lucht fris binnenstromen,
verjaagt veel vasthoudend ongedierte
en vooral heel veel stof.
Hij zoemt, hij zoemt,
hij blijft maar zoemen
rond mijn hoofd.
Ik verstop mijn oren
onder mijn laken,
zodat ik hem
niet langer hoor,
maar hij wist me al te raken,
zodat hij me ’s anderendaags
nog alsmaar stoort.
Zonder te kunnen weigeren
zit ik met een erfenis
die terloops
bezit nam van mijn buik,
waarvan ik hoop
dat hij niet ook
armen of benen
zal overnemen
want dan wordt hij meer
dan een kleine ergernis.
Zijn vet is veel te heet,
alles dat er in belandt
zal er nooit in sudderen,
zal er nooit in garen,
het is beter om deze inferieure kwaliteit
te mijden,
de kleinste spetter,
de kleinste spat,
maakt al zwart,
waarna de rest ook
in rap tempo verbrandt.
Een probaat middel – ukv
Het was een drukte van jewelste. Een grote chaos. Als maniakken krioelden ze door elkaar. Ze leken zich er bovendien goed bij te voelen. Maar ik niet.
Er leek ook sprake te zijn van een soort tamtam, hun aantal nam zienderogen toe. Dat zinde me nog veel minder.
Ineens moest ik aan opoe denken, die had vroeger voor alles een oplossing.
Ik liep naar de keukenkast, pakte de trouwe, blauwe pot en strooide. Nu vonden zij het niet leuk. Eerst werden ze stapelgek, toen was het afgelopen. De hele mierenkolonie was uitgeroeid.
Als er een transportband was,
dan had je beide handen vrij,
dan hoefde je niet zelf
al je last te dragen,
maar bij het gebrek er aan,
zeul ik wel een koffer van je mee,
je hoeft er niet eens om te vragen.
Wie deed ooit ongemerkt
de vitrages voor mijn ogen dicht?
Met een goocheltruc
in een vingerknip
deed een specialist op dit gebied
ze weer open.
Sindsdien baadt de hele wereld
in een zee van licht.
Als schrijver was hij wellicht mislukt,
zijn woorden waren niet bijzonder,
zijn zinnen recht van de straat,
maar uit zijn hart,
maar met zijn stem,
hoewel zacht
maakte hij zijn spreken
toch bijzonder.
Uit oogpunt van duurzaamheid
In de immense kelder met lange tafels, volgepakt met manden, schuifelde ook Mariët voorbij. Ze haalde een briefje uit naar tas.
“Nieuw zijn ze nauwelijks te krijgen. Op dit adres vindt u wel iets”, had de arts gezegd.
Ze kwam langs manden met ellepijpen, kuitbenen, gewrichten. Alles leek er te krijgen. Bij de afdeling Been vond Mariët de mand met knieën. Een voor een, pakte ze een samengebonden paar uit de mand. Ze bestudeerde maten en overige gegevens nauwkeurig.
Uren later kwam ze thuis. Euforisch. Met knieën van een Marathonloper. Ze zou nooit meer voor stijve hark worden versleten.
De eerste dag
van de rest van ons leven
heeft zelfs mijn interne wekker het begeven,
worden wij niet wakker om half …
maar om kwart voor tien.
De eerste dag
van de rest van ons leven
oefenen we ons
in het niet door een ander
op te laten jutten,
op te laten jagen,
regelen we onze snelheden samen,
lopen we bij elkaar in de pas.
De eerste dag
van de rest van ons leven,
worden wij
door onze dierbaren omgeven,
die anderen
waarmee wij uren, dagen
in het recente verleden deelden,
vervagen,
verdwijnen langzaamaan uit zicht.
De eerste dag
van de rest van ons leven
wordt niet gemaakt
door stralende zon
of hopeloze regen,
maar door zijn overal aanwezige
beminnelijke lach.