Door de afwezigheid van warmte,
de afwezigheid van zon,
mijd ik de koude,
mijd ik het grijze,
blijf ik veilig in mijn cocon,
maar ik groei en groei,
het wordt te krap,
ik barst naar buiten,
zuig mijn longen vol
en word blij dat ik mijn inertie overwon.