Bij het opruimen van haar schuur vond hij de glazenwassersladder. Meteen wist hij weer waarom hij als kind zijn verjaardag zo haatte. De ladder was cruciaal voor de jaarlijkse test. Na het ontbijt zette zijn vader de ladder klaar. Een sport was versierd. Angstwekkend hoog. Hij moest zich immers onderscheiden van zijn leeftijdgenoten. Bibberend wankelde hij van sport naar sport. Nooit haalde hij de slingers, Altijd begon hij te braken, te duizelen, gaf hij op. Steeds werd zijn verjaardag verpest door teleurgestelde blikken en zuchten.
Pas als student op kamers werden verjaardagen leuk.