Ze staarde door het raam
in de gloednieuwe straat,
vanuit een gloednieuwe kamer
vanachter een gloednieuw bureau,
sabbelde op een gloednieuw potlood,
waarmee ze in gloednieuw schrift
zou moeten schrijven,
maar niet deed
omdat haar blik gevangen werd
door de lonkende ogen
van een metselaar
die stenen stapelde
voor een ander gloednieuw huis.